menu
Word Lid
Vlaams Belang dient tuchtklacht in bij Vlaamse regering wegens schorsen districtsraad Borgerhout omwille van de ramadan

Antwerps fractieleider en Vlaams volksvertegenwoordiger Sam van Rooy: “Deze flagrante schending van de scheiding tussen kerk/moskee en staat, die de facto neerkomt op de islamisering van ons politieke bestel, kan absoluut niet door de beugel”

Gisterenavond werd de districtsraad van Borgerhout minstens 25 minuten geschorst wegens de ramadan (vanaf zonsondergang mag er immers weer worden gegeten). Districtsraadslid en vervangend voorzitter Luc Moerkerke (Groen) had aan het begin van de zitting immers een tien minuten durende schorsing voor de ramadan aangekondigd en ter stemming voorgelegd.

Vlaams Belang en N-VA stemden tegen, maar de raadsvoorzitter schorste vervolgens tóch de zitting wegens de ramadan, maar dan onder het mom van ‘het tellen van stemmen’. Dat was duidelijk een drogreden, aangezien het tellen van ocharme 25 stemmen zeker geen 25 minuten duurt en de wel heel erg lange schorsing samenviel met de zonsondergang en dus met het ogenblik waarop het ramadanvasten mag worden doorbroken. Een grote minderheid van de Borgerhoutse districtsraad (ongeveer een derde) en het college is reeds moslim.

Antwerps fractieleider en Vlaams volksvertegenwoordiger Sam van Rooy reageert verbolgen en dient hierover een tuchtklacht in bij de Vlaamse regering. Ondertussen zal hij hierover Vlaams minister van Inburgering en Binnenlands Bestuur Bart Somers op de rooster leggen in het Vlaams parlement.

Van Rooy: “Deze districtsvoorzitter gedraagt zich als een dhimmi en fellow traveller van de islam en werkt mee aan de islamisering van onze samenleving. Hij veegde zijn voeten aan een van dé fundamenten van onze vrije samenleving en democratische rechtsstaat, namelijk de scheiding van kerk en staat, en moet dus worden gesanctioneerd. Wat ons betreft dient hij te worden afgezet. Dat een meerderheid van de districtsraad instemde met het doorbreken van de scheiding van kerk en staat voor een islamitische traditie, kan alleen maar zéér zorgwekkend worden genoemd. Het toont aan dat onze cultuur, onze normen en waarden en democratische fundamenten, worden bedreigd door de omvolking en niet veilig zijn in de handen van (extreem)linkse en traditionele partijen, die op de allereerste plaats hun islamitisch kiesvee willen dienen.”

UPDATE:

Van Rooy kondigt aan hierover ook burgemeester De Wever kritisch te zullen bevragen en een klacht in te dienen bij het Bureau voor Integriteit van de stad Antwerpen.

Het Bureau voor Integriteit zal dan oordelen of er voldoende elementen zijn om de zaak door te verwijzen naar de deontologische commissie van de stad. Er zijn volgens Van Rooy maar liefst vier inbreuken gebeurd op de deontologische code:

1) "Voor mandatarissen is het algemeen belang belangrijker dan het particuliere belang van wie dan ook." (p. 3, rubriek III deontologische code) ---> Het is duidelijk dat de districtsvoorzitter het belang van de moslimraadsleden boven het algemeen belang heeft geplaatst. De lange pauze, die toevallig samenviel met het moment van zonsondergang, was duidelijk ten dienste van de moslimraadsleden en gaat in tegen de eerdere beslissing van de raad, in casu het algemeen belang. De raadsvoorzitter stelde zich door zijn houding boven een beslissing van de raad.

2) "De eer en waardigheid van het mandaat komen in het gedrang als een mandataris handelt in strijd met het algemeen belang" (zelfde pagina, zelfde rubriek) ---> Men kan stellen dat door een pauze van een half uur te rechtvaardigen om de stemmen te tellen, waarbij voor iedere aanwezige en kijker duidelijk was dat het ging om een geste naar de moslimraadsleden, de voorzitter de eer en de waardigheid van zijn ambt tekort heeft gedaan en zelfs in het gedrang heeft gebracht.

3) "Mandatarissen gaan respectvol om met elkaar" (p. 7, rubriek IX) ---> Het schorsen van de zitting kan beschouwd worden als een vorm van onrespectvol omgaan met de raadsleden door de voorzitter. Hij heeft immers duidelijk gehandeld in strijd met een eerdere beslissing waarbij de raad stelde dat er geen schorsing omwille van de ramadan mocht komen. Bovendien is de door hem gehanteerde argumentatie een tweede vorm van onrespectvol omgaan met de raadsleden: de voorzitter maakte de raadsleden belachelijk door hen voor te houden dat de schorsing het tellen van de stemmen rechtvaardigde en ervan uit te gaan dat men dit zou geloven. Normaal duurt het tellen van stemmen in diezelfde districtsraad niet zo lang.

4) "Verzaken aan de verplichtingen van het mandaat" (niet in de deontologische code te vinden, maar gebaseerd op de eed die ieder raadslid heeft afgelegd) ---> In ons land staat de Grondwet boven ieder religieus gebrek of gebod. De handelswijze van de districtsvoorzitter heeft een religie (in casu de islam) echter voorrang gegeven op een officiële vergadering van een bestuurlijk orgaan, wat dus dient te worden beschouwd als een inbreuk op de scheiding tussen kerk en staat.


ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF